Een suikerboon begint met een kern – meestal van chocolade – die zorgvuldig wordt omhuld met laagjes suiker. Dat proces heet drageren. De chocolade wordt in een draageertrommel gelegd, waar laag na laag in siroopvorm wordt toegevoegd.
Dit kan nog steeds handmatig op traditionele wijze, maar ook met moderne industriële installaties. Elke laag moet drogen en uitharden, terwijl temperatuur, luchtvochtigheid en vakmanschap van de operator het eindresultaat bepalen. Het resultaat? Een perfect glanzende suikerboon.
De laatste finishing touch is de kleur. Die ontstaat door het toevoegen van kleurstof of natuurlijke extracten. Bij Candyville wordt hoofdzakelijk gewerkt met plantaardige kleurstoffen en natuurlijke ingrediënten.
De intensiteit van de kleur hangt af van de dosering, maar kan ook variëren per productiebatch – afhankelijk van luchtvochtigheid, temperatuur en de expertise van de maker.
Echte kwaliteit begint bij de kern. Voor chocolade betekent dit een zorgvuldig gekozen cacaogehalte, puur of melk, afhankelijk van je smaak. Daarnaast speelt ook de dikte van de suikerlaag een grote rol: hoe dunner die laag, hoe zachter de beet en hoe intenser je de vulling proeft.
Drageren geeft niet alleen een glanzend uiterlijk en een zoete extra smaak, maar zorgt ook voor een langere houdbaarheid van de kern. Bovendien biedt het de mogelijkheid om te spelen met kleuren en variaties, waardoor elke suikerboon uniek kan worden afgestemd op feestelijke momenten zoals geboortes, huwelijken of communies.
Hoewel suikerbonen het bekendste voorbeeld zijn, kunnen er veel meer producten worden gedrageerd:
Zo blijft drageren een veelzijdige techniek die veel verder gaat dan de klassieke suikerboon.
Naast suiker kan er ook gekozen worden om chocolade te drageren rond een kern – bijvoorbeeld noten. Hierbij moet rekening worden gehouden met de eigenschappen van chocolade, zoals de gevoeligheid voor vetbloem (witte uitslag). Dat doet niets af aan de smaak, maar een goed uitgevoerde drageerlaag oogt mooier én verleidelijker.
